Er was de bobo Vanhecke classic die helaas niet heeft kunnen plaatsvinden door de beperkingen die ons opgelegd werden. Een beetje ter compensatie werd door den Drummer een alternatief in elkaar gefixt. Alleen diende er nog een geschikte datum gevonden te worden. Vaderdag werd al snel afgevoerd wegens weinig inschrijvingen. Een nieuwe datum werd vastgelegd op 27 juni. Ook hier kwamen de inschrijvingen slechts mondjesmaat binnen. Onze Drummer had er eigenlijk een erezaak van gemaakt om er een mooie, attractieve en nieuwe route in elkaar te fixen. Om niets aan het toeval over te laten had hij meerdere keer de rit afgereden, gecorrigeerd en gefinetuned tot in de details. Lichtjes geïrriteerd door de kleine interesse werd nog een ultieme invitatie verstuurd via whatsapp. Uit ervaring weet ik dat er steevast lastminute-inschrijvingen bij komen. En zo geschiede. We spraken af om 8 u bij korba. In extremis kwam ook Ulrits aan de start piepen (wat toch een kleine stunt was wetende dat hij de dag/avond voordien diep in het glas gekeken had op het trouwfeest van onze kampioen Sala en Tinne Cycliste die zowat een jaar geleden gestoken werd door het fiets/terdewielmicrobe).
Dit stelde mezelf enerzijds gerust want er waren nog meerdere doorzopen coureurs op de afspraak, zijnde Badmeester en onze Hollander. Dit aangevuld met een Schleck (vol zelfvertrouwen in zijn kunnen), Drummer en Lee Cooper (een ritje om de benen wat los te rijden), Marokkaantje (ietwat bang van de snelheden die ons te wachten staan), onze 1ste inschrijving Strontkarre (die zich beter en sterker begint te voelen, dus met zelfvertrouwen) en er was nog een vriend van Drummer, zijnde Dirkie (die door zijn coronavrijetijd van de fiets was beginnen houden). Het was een grijze, droge en relatief warme dag voorspeld. Dus allen in korte mouwen en vol moed voor de 1ste dubbele zondagsrit (hopelijk komt hier een vervolg op!). Zoals afgesproken werd er op een rustig tempo gestart. In kooigem werd onze Keeper opgevist die een uurtje extra slaap gebruikte om zich klaar te stomen voor een rit die om en bij de 185 km ging worden. Via Sint-Denijs, Celles, Velaines (de ons beter gekende regio) kwamen we zo stilletjes aan in de minder gekende hinterlanden.
Het was vooral een golvend parcours die ons door het echte Wallonië bracht. Eigenlijk iets wat op mijn maat geschreven is. We reden in een mooi blok door de desolate dorpjes en landschappen. Gelukkig waren de gewassen op de velden nog niet volgroeid (of genetisch gemanipuleerde korte tarwe). Zo bleven de overzichten intact en konden de kruispunten ter lande toch veilig gekruisd worden. Een tweetal keer toch hebben we voor 1 of ander voertuig in groep de remmen moeten dichtgooien (was eigenlijk al een mirakel dat we allen rechtbleven). Toch 1 valpartij die te vermelden is was onze Keeper die aan een kruispunt zijn surplacekwaliteiten wou testen. Waarschijnlijk zat hij met zijn gedachten ergens anders want hij vergat zowaar uit te klikken en kwam op zijn artificiële knie in contact met het asfalt. Gelukkig zonder erg. In tegenstelling met de kilometervreter kwamen de verzichten beter tot hun recht. Gelukkig maar, want wat een mooie streek is dit .Alert moesten we wel blijven want de kwaliteit van het wegdek in deze regio laat soms wat te wensen over (putten, versleten zijkanten maar ook veel modder ). De communicatie verliep vlot. Onze kapiteins (zijnde Drummer en Lee Cooper) voelden perfect aan welke snelheden aangehouden moesten worden.
Slechts een drietal keer op langere, hellende stukken kwamen er scheuren in de groep. Eigenlijk het vermelden niet waard. Ondertussen zaten we in de regio Ath, Soignies, Lessines. Ook te vermelden dat den Hollander de 1ste brug voor zijn rekening nam (zou hij dan toch op bier aangedreven worden?). Een 2de brug moest/zal/wou ik toch niet aan hem laten (hij zou het mss nog in zijn hoofd steken en zich tot bruggenkampioen uit roepen, naar mijn weten is dit nog altijd onze afwezige boxeur). Den Hollander vertrok zonder concurrentie te verwachten. Zo kon ik erop en erover met Marokkaantje in mijn zog. Ergens rond km 95 werd een middagpauze gehouden. Dit op een parking van een Intermarche aan de rand van Soignies. Brood, beleg, chocolade, frisdrank en bananen werden verorberd. Er werd nagekaart van wat was, komt en andere. Omdat het deze keer een pauze was zonder trippels voelde de herstart opvallend beter aan dan gewend. Op een golvend parcours en via het bos van Silly en meerdere mooie afleidingen voor het oog werd de snelheid beetje per beetje opgevoerd. Stilletjes aan richting het epicentrum van de vlaamse Ardennen (maar dan aan waalse kant). Gelukkig geen muur in Geraardsbergen (want hier ging ik waarschijnlijk een gat moeten laten).
Iets verder een harde knal achteraan mijn fiets. Er bleek een spaak gebroken te zijn die blijkbaar genoeg was om mijn wiel vierkant te doen draaien. Help, opgave door technische pech is toch niet leuk. Gelukkig was er depanagedienst papa Schleck. Waarvoor oprechte dank!!! En voor de analen, dit op km 139. Uitermate jammer om zo de groep te moeten laten gaan want er kwamen nog mooie hellingen aan en ik wou graag aan de krachtmeting deelnemen, al was het maar om te weten wat mijn lichaam nog kan.Wat hierop volgde is mij een raadsel . Misschien dat een andere renner het vervolg kan neerpennen…..
Mercikes Drummer en deelnemers. Het was een mooie dag over een prachtig parcours met het ideale gezelschap. Ik heb er alvast van genoten en ga deze rit zekers nog eens herrijden in de toekomst. Leve terdewiel!