De kilometervreter is een dag samen fietsen langs minder gekende paden, wegels en straten. Nieuwe vergezichten die ons prikkelen en verwonderen. Daarvoor moet je wel vroeg opstaan. Gelukkig ligt de koffiemachine al aan in De Living. Tom haalt nog snel een koffiekoek. Laurens zwiert zijn Instagram in gang om sfeerbeeldjes te maken. De eerste groepsfoto is genomen, de ochtendrillingen fietsen we van ons af. Moeskroen en Roubaix zijn grijs en verlaten op zaterdagochtend. Langs fietspaden met veel paaltjes, vernauwingen en hondenuitlaters laten we de agglomeratie achter ons en rijden plotseling tussen de velden. We laveren rond en over La Marque tot aan een Paris-Roubaix-kasseistrook. De secteur pavé Pont-Thibaut in Ennevelin ligt er redelijk goed bij vandaag en met redelijke rugwind zijn de drie sterren en 1400 meter gemakkelijk te verteren.
De bidon van Danylight houdt niet van gedaver, volgens mij zit er Champagne in. Danylight viert vandaag zijn verjaardag op de fiets. Desker, de vliegende reporter, staat ons her en der op te wachten om een foto te schieten en zich te vergewissen dat alles goed gaat. Bij de eerste echte tussenstop is de tafel al gedekt als we het stadspark uit komen gereden. We kijken niet op een stadsparkje meer of minder om te doorkruisen. Soms het enige groen in een dichtbebouwde regio. Dankzij verkenning en optimalisatie door Kenan vermijden we veel stadskernen en laten het vlakke land achter ons om de eerste Collines d’Artois in het vizier te krijgen. Nu en dan komt de zon door de wolken en wordt het aangenaam fietsweer al komt een windjasje steeds van pas. Ron kan snel en goed binnenbanden wisselen en dat demonstreert hij vandaag meer dan hem lief is.
Plaspauzes genoeg dus. Sommige onverharde stukken zijn een beproeving voor mens en machine. De ene kan het al meer waarderen dan de andere. Een prachtige weg voert ons naar Vimy en het imposant Canadees monument dat de slachtoffers herdenkt van de eerste wereldoorlog. Allemaal een beetje wrang met de oorlog die nu aan de gang is. Tussen de velden klimmen we 136 meter naar Mont-Saint-Eloi, de heuveltop met abdijruïne. Een eerste klooster met relikwieën uit de 7de eeuw werd in de 11de eeuw een echte abdij. Tijdens de Franse revolutie verkocht en in de 19de eeuw geplunderd als steengroeve bleven enkel de torens bewaard. Als uitzichtpost in de Eerste Wereldoorlog werden de torens deels kapot geschoten door de Duitsers. Sedert 1921 beschermd monument. Op de top van de heuvel bevindt zich nog een gedenkplaat voor François Faber, de winnaar van de Tour de France 1909, die sneuvelde in 1915. Ook in de tweede Wereldoorlog werd er gevochten. ‘Oude stenen’, zegt Stijn, hij heeft gelijk. We bollen uit tot aan La Belle Epoque, de estaminet waar we ’s middags pauzeren.
De drank en het eten doen deugd. Een kleine happy birthday uit gelaafde kelen voor Danylight brengt nog wat sfeer in de kroeg. De fiets van Pyjama heeft nood aan pauze en revisie door Desker. In de namiddagzon hervatten we de rit. Tijdens de eerste beklimming van de namiddag vlamt Pyjama met een enorme trapfrequentie ter plaatse. De ketting ligt gebroken op de grond. Hij wordt nog een paar schakels korter waardoor de kleinste versnellingen niet meer te gebruiken zijn. Spierkracht compenseert. Nog wat golvend terrein, tegenwind en een laatste echte beklimming naar Notre-Dame de Lorette kruipen in de benen. De militaire begraafplaats, fucking oorlogen, laten we achter ons om te dalen richting Lens, waar we een fietspad tussen de Terrils van de verlaten steenkoolmijnen nemen. Samen fietsen als één groep wordt bemoeilijkt door platte banden, vele barrières langs jaagpaden richting Rijsel. De stad is druk op zaterdag, sommigen zijn moe, het tempo stokt, niemand heeft nog oog voor de klote vestingswerken van Vauban. Net na de stad staat Desker met de wagen om enkelen op te pikken. Het fietstempo kan opnieuw de hoogte in eens we de Deule achter ons laten. Ik verlang al naar een pintje in De Living. Dit is één impressie van deze kilometervreter. Veertien keer anders ervaren.
Dertienhonderdentwee